Nieuwsbrief mei 2015

Het ornithosecomplex

Ornithose sec is de naam voor een infectie die veroorzaakt wordt door Chlamydiae bij duiven. Deze infectie wordt in zijn meest zuivere vorm vaak herkent in het najaar als de ‘one eye cold’. Een of enkele duiven op het hok kunnen dan een eenzijdige ontsteking aan het oog hebben. In Nederland is deze Chlamydiae infectie sedert enige tijd een meldingsplichtige aandoening voor dierenartsen. Deze veroorzaker is een van de verwekkers die een rol spelen bij het zogenaamde Ornithosecomplex waar het in dit artikel vooral over gaat. De praktijk leert namelijk dat luchtwegingfecties bij duiven zelden slechts veroorzaakt worden door een enkele verwekker. Meestal is het een complex van infecties die in combinatie de ernst van het ziektebeeld bepaald.

Ik wil het in dit artikel niet zo zeer over de diverse verwekkers van deze aandoening hebben, maar vooral aandacht besteden aan de oplossing van dit probleem. De problemen met de luchtwegen kan men vanuit verschillende gezichtspunten benaderen. Vanuit de wetenschappelijke denkwijze is men vooral geïnteresseerd in de diverse ziekteverwekkers afzonderlijk, die bij het Ornithose-complex betrokken zijn.

Er wordt bij onderzoek gekeken naar de diverse verwekkers, zoals bacteriën, protozoën en virussen. Vanuit het standpunt van de wetenschap is dit goed voor te stellen. Het is immers ook belangrijk om vast te stellen welke ziekteverwekkers bij een bepaald ziektebeeld betrokken zijn. Maar vanuit het standpunt van de liefhebber, maar ook vanuit het standpunt van een gemiddelde duivenarts is het vooral van belang om de luchtwegproblematiek in zijn geheel te beheersen. Immers het is juist vooral het samenspel van de verschillende ziekteverwekkers, samen met de omstandigheden (hokomstandigheden, transportperikelen etc.) die maakt of er sprake is van ziekte en ook in welke mate.

Het is vanuit het oogpunt van de medische begeleiding dan ook belangrijk om het geheel van het Ornithose-complex beheersbaar te houden. En dat vergt een andere benadering dan de wetenschappelijke of het louter voorschrijven van medicatie. In de rustige maanden komen we ook de diverse ziekteverwekkers die bij het Ornithose-complex betrokken zijn tegen. Maar wat dan vaak opvalt is dat de duiven dan helemaal geen of nagenoeg geen ziekteverschijnselen vertonen. Soms dus de eerder genoemde ‘one eye cold’. Hoe komt dit? Dit komt omdat het geheel van de omstandigheden (‘Terrein’) niet aan de voorwaarden voldoet om de ziekte te doen uitbreken.

Het betreft hier dezelfde ziekteverwekkers die tijdens het vliegseizoen onder andere omstandigheden wel degelijk ziekte kunnen veroorzaken. We zien dus dat het van belang is dat er bepaalde omstandigheden samen moeten komen om de ziekte te doen uitbreken. Het is dan ook te begrijpen dat we middels een aanpak van deze omstandigheden de infectiedruk, het risico dat de ziekte uitbreekt kunnen helpen beperken. We kunnen de ventilatie op het hok verbeteren, overbevolking vermijden, hygiëne verbeteren, ontsmetten, enzovoort. Daarnaast is het van belang dat we de infectiedruk in zijn geheel verminderen om geen of weinig hinder te hebben van het Ornithose-complex. We dienen daartoe de afweer van de dieren zo veel mogelijk te ondersteunen. Met een goede afweer maken we het de ziekteverwekkers ook weer een stuk moeilijker om hun kwalijke eigenschappen tentoon te spreiden.

We hebben gezien dat de kopproblemen vooral een kwestie zijn van het zgn. Ornithose-complex. Het behandelen van slechts één ziekteverwekker die een belangrijke rol speelt is in het rustige seizoen een goede aanpak. Tijdens het spelseizoen levert dit doorgaans niet het gewenste effect op. Er zijn immers nog vele andere ziekteverwekkers die hun partijtje meeblazen binnen het Ornithose-complex. En doordat de omstandigheden tijdens het vliegseizoen doorgaans veel slechter zijn met het oog op het in stand houden van de lichaamseigen afweer, is de kans dan ook aanwezig dat de andere ziekteverwekkers de opengevallen plaats overnemen.

Dit kunnen we voorkomen door de afweer van de duiven rustig de kans te geven te reageren. Maar die tijd hebben we doorgaans niet tijdens het vliegseizoen. Dan wordt geëist dat de duiven weer zo snel mogelijk topfit zijn. Veelal wordt er dan gekozen voor een luchtwegkuur om dat doel snel te bereiken. Maar dit zou geen routine moeten zijn of worden. Door te zorgen dat de weerstand van de duiven zo hoog mogelijk is kan men de duiven ondersteunen de infectiedruk zo laag mogelijk te houden. De kans dat individuele duiven met een zwakkere weerstand als infectiedruk verhoger gaan optreden wordt dan kleiner.

Dit te bereiken vereist een bredere aanpak dan alleen maar het wegwerken van de ziekteverwekkers van het Ornithose-complex met een ( liefst op onderzoek gebaseerd) medicament met een goede werking. De hokken waar alleen op deze manier de problemen aanpakken zullen dit doorgaans geregeld komen te doen.

Naast grondig onderzoek naar de te gebruiken geneesmiddelen die het meest geschikt zijn, moeten ook de andere factoren die bij kunnen dragen aan het in stand houden van het probleem aangepakt worden. (hokomstandigheden, weerstand, voeding etc). Alleen door gelijktijdig het probleem breed aan te pakken kan men op de langere termijn zorgen voor een beperkte infectiedruk van de ziekteverwekkers die tezamen het Ornithose-complex veroorzaken.

Om te voorkomen dat men tijdens het vliegseizoen weer te veel en te vaak naar de medicijnpot moet grijpen, is het van belang om tijdens het rustige seizoen (herfst en winter) zorgt dat de duiven een optimale afweer kunnen opbouwen. Een gedegen natuurlijke aanpak kan daar een bijdrage aan leveren.

De herfst- en wintermaanden waren weer voor de lezingen, beurzen en forums. Tijdens die bijeenkomsten valt op dat er, gelet op de reacties, nog genoeg mensen zijn die een andere interpretatie geven aan de ‘natuurlijke begeleiding’ van de duivensport. De duivenmelkers die de kliniek bezoeken zijn doorgaans die liefhebbers die de filosofie betreffende de begeleiding van de duivensport, zoals ik die voor sta, wel kennen. Op de beurzen enzovoort zijn er nog genoeg liefhebbers die met de vraag komen wat die vorm van begeleiding dan nu precies inhoudt. Dan realiseer jezelf ineens weer dat er de afgelopen jaren al veel verandert is, maar dat er toch nog veel onduidelijkheid blijft bestaan. Menigeen denkt dat ondergetekende louter en alleen natuurlijke producten gebruikt om de duiven gezond te houden.

Dat is echter niet het geval. Ik maak wel degelijk gebruik van geneesmiddelen als de duiven ziek zijn. Maar ik zie dat als een vertrekpunt en niet als eindpunt. Op het moment dat de duiven ziek zijn moet men zich ook bezig willen houden met de omstandigheden die een en ander hebben kunnen veroorzaken. Zeker in het voorjaar , als de duiven nog niet met andere duiven in aanraking zijn geweest, is het belangrijk om vast te stellen of er (chronische) luchtwegproblemen zijn die ontstaan doordat bijvoorbeeld de verluchting op het hok niet optimaal is. Indien dit het geval is staat die bijna garant voor een geregeld moeten ingrijpen met medicatie om de problemen tijden het spelseizoen te kunnen beteugelen. Een ongewenste situatie.

Het is dan belangrijk om middels meting van de luchtstroom op het hok te controleren of deze voldoende is of om, anderzijds te zien of er tocht is op het hok. Men kan daar tegenwoordig deskundigen voor uitnodigen die veelal goede adviezen geven. Ik zie hier vele goede resultaten mee behaald worden in de praktijk. Wil men daar geen geld aan besteden dan kan men zelf al veel controleren door bijvoorbeeld in een metalen emmer stro en papier aan te steken, zodat veel rook ontstaat. Men zet deze dan bij de luchtinlaat om te kunnen beoordelen of er voldoende ontluchting is. Nadat de emmer is verwijderd dient het klimaat op het hok binnen ca. een kwartier weer nagenoeg normaal te zijn. De luchtstroom dient dan zo te zijn dat de rook niet rechtstreeks naar de schappen van de duiven trekt, maar ook niet rechtstreeks omhoog verdwijnt zonder een zekere circulatie waardoor zo oude lucht bij de schappen kan blijven hangen. Met de vele rennen die voor het hok geplaatst worden zien we ook vaak dat de rook gelijk via de rennen naar buiten trekt. Het is vaak een kwestie van een aantal varianten uitproberen om, ogenschijnlijk, tot een verbetering te komen.

Eventueel aan te brengen veranderingen dient men natuurlijk wel weer op effectiviteit te beoordelen. Zijn de veranderingen effectief dan knappen de duiven met deze kwalen doorgaans binnen drie weken helemaal op zonder medicatie. De prestaties zullen veelal ook navenant verbeteren.We moeten ook kijken naar de wedstrijden waaraan men deelneemt. Immers tijdens fondvluchten is het zeker ook mogelijk om nagenoeg zonder medicatie fantastische resultaten neer te zetten. De duiven hoeven minder vaak deel te nemen aan de vluchten waardoor de infectiedruk ook minder is doorgaans.

Bij de duiven die deelnemen aan de programmavluchten is dit doorgaans minder het geval. Doordat de duiven vaker ingekorfd worden neemt de infectiedruk doorgaans toe. Duiven die dan niet optimaal zijn met betrekking tot de conditie van de luchtwegen zullen als eerste klachten krijgen en zo helpen de infectiedruk op het hok te vergroten. Ook hier is de beheersing van de infectiedruk van groot belang. Optimalisering van de weerstand kan daar zoals gezegd een belangrijke bijdrage aan leveren. 


“Het beste ‘geneesmiddel’ is en blijft selectie”

Maar het beste geneesmiddel is en blijft een grondige selectie. Duiven die geregeld problemen hebben met infecties hebben een te geringe weerstand en horen niet op een spelend hok thuis. Dergelijke duiven vergroten de afhankelijkheid van medicijnen en antibiotica. Het is natuurlijk duidelijk dat als de duiven ziek zijn we ons maar wat gelukkig mogen prijzen als we antibiotica tot onze beschikking hebben die de dieren kunnen helpen bij het overwinnen van de infectie. We dienen in die gevallen adequaat en doortastend te worden opgetreden. Maar het gebruik van antibiotica moet niet in de plaats komen van goede zoötechnische maatregelen en optimalisering van de weerstand.

En wat dat laatste betreft zijn er mogelijkheden op het natuurlijke vlak. De praktijk leert dat het mogelijk is de duiven zodanig te ondersteunen dat ze minder bevattelijk worden voor infecties. Op deze manier wordt het ook mogelijk op termijn beter te selecteren. Immers de chronisch zwakke broeders worden op die manier niet voortdurend aan de praat gehouden met medicatie. Op die manier kan ook de infectiedruk op het hok dalen. De ziekte-uitbraken nemen zo af. Daardoor wordt de behoefte aan antibiotische middelen kleiner.

Het is ook niet meer van deze tijd op louter voer en water te willen presteren. De duivensport is topsport geworden. Te veel aan het toeval over willen laten is een zekere garantie voor luchtstaren. Vanzelfsprekend moet men op de eerste plaats goede duiven hebben, men moet een goede liefhebber zijn die zijn ogen gebruikt, consequent is en zijn luimen niet naar de waan van de dag laat hangen. In de winter worden de prijzen van het volgende seizoen behaald. Maar ook tijdens het vliegseizoen is verstand gebruiken van groot belang. Voedingssupplementen verstrekken kan zijn nut hebben. Dat is bewezen. Maar het heeft alleen nut als men het geven van supplementen koppelt aan een gedegen trainingsprogramma voor de duiven en consequent zoötechnisch handelen.

Succes,

Peter Boskamp