Voorbereiding

In de vorige column heb ik het belang van een goede afweer bij de duiven, om goede resultaten te kunnen behouden in de duivensport, besproken. Zoals ik al enigszins verwachtte roept een dergelijk artikel een aantal ‘ja maar’ vragen en stellingen op. Voorzichtigheidshalve had ik al duidelijk gesteld dat ik helemaal niet tegen het gebruik van antibiotica ben als het noodzakelijk is. Dat ik zelfs blij ben dat er nog goed werkende middelen zijn. Dat laatste moeten we met zijn allen ook zo zien te houden.
De overheid streeft om meerdere redenen een beperking van het gebruik van antibacteriële middelen na. Dat is een gegeven waar iedereen mee te maken heeft. Ook de duivenliefhebbers uiteindelijk.

Een paar weken geleden las ik in de zaterdagkatern van een landelijk dagblad een zeer interessante bijlage. In de wereld van de kankertherapie zijn er van oudsher een drietal mogelijkheden om deze vermaledijde ziekte aan te pakken. Dat zijn het chirurgische mes, de bestraling en de chemotherapie. Sinds lange tijd worden de alternatieve (ondersteunende) behandelwijzen al gauw afgedaan als kwakzalverij. Ook nu moet een arts zich toch vooral aan de bestaande protocollen houden en niet te ver naast het pad naar een oplossing gaan lopen zoeken. Het risico van een kwakzalverbrandmerk door de beroepsgroep is dan namelijk al gauw aanwezig. In het alternatieve circuit werd al behoorlijk lang gehamerd op het versterken van de eigen afweer, om zo het lichaam de mogelijkheid te helpen bieden, niet alleen de ziekte zelf helpen tegen te houden, maar vooral ook de ‘collateral damage' door de gebruikelijke therapie te kunnen doorstaan.